Als u zich zorgen maakt, is de eerste stap een bezoek aan uw huisarts. Het is niet gek als u zich schaamt of angstig bent, maar laat u niet door dergelijke gevoelens weerhouden van het maken van een afspraak.
Controles bij de huisarts – urine en bloed
Uw huisarts zal waarschijnlijk pleiten voor een urinetest om te controleren op eventuele infecties waardoor u problemen kunt hebben met plassen. Dit kan ook helpen suikerziekte uit te sluiten. Een bloedtest is tevens noodzakelijk om te controleren of uw nieren goed werken.
Rectaal onderzoek
Uw huisarts of uw uroloog zal een rectaal onderzoek (DRE) uitvoeren om te controleren of uw prostaat vergroot is of dat er sprake is van harde en onregelmatige gebieden. De arts zal zo voorzichtig mogelijk zijn en gebruikmaken van een glijmiddel bij het uitvoeren van deze test. Het kan als ongemakkelijk worden ervaren, maar het onderzoek duurt minder dan een minuut.
Uw uroloog – wat te verwachten
Het rectale onderzoek is minder effectief dan de PSA-test in het vinden van prostaatkanker, maar het kan soms kanker vinden bij mannen met een normale PSA-waarde.
Sommige huisartsen bieden ook een PSA-test aan voordat ze een patiënt naar een specialist (uroloog) verwijzen, terwijl anderen de voorkeur geeft om dit aan de expert over te laten. PSA is een eiwit geproduceerd door de prostaat en wordt door normale en kankercellen gemaakt. PSA-waarden neigen te stijgen als u problemen heeft met uw prostaat.
Urinestroom-test
U kunt ook een urinestroom-test krijgen waarbij de snelheid van de urinestroom gemeten wordt door te plassen in een machine. U heeft een volle blaas nodig voor deze test. Omdat de prostaat dichtbij de plasbuis (urethra) ligt, kan de doorstroming soms worden verminderd als de prostaat vergroot is.
Inzicht in de PSA-test
PSA is handig bij het opsporen van een potentieel probleem, maar op zichzelf is het niet onderscheidend (de medische term is ‘specifiek’) genoeg om te bepalen of het probleem kanker is. Voordat u besluit om de test te ondergaan is het nodig om zorgvuldig hierover na te denken en de mogelijke voor- en nadelen te begrijpen. (meer)
Als prostaatkanker wordt gevonden door vroege opsporing met de PSA-test of rectaal onderzoek, dan is het waarschijnlijk dat uw kanker zich in een vroeg en goed te behandelen stadium bevindt.
Een abnormaal PSA-waarde – een indicatie tot nader onderzoek – wordt meestal gedefinieerd als een waarde tussen 3 – 4 ng/ml, of hoger. Toch worden sommige vormen van kanker ontdekt bij PSA-waarden onder 4 ng/ml en bij mannen die weinig of geen symptomen hebben.
Het is aan de artsen om in te schatten of de door vroege opsporing met PSA gedetecteerd kanker levensbedreigend zal zijn of dat het veilig gecontroleerd kan worden zonder verder ingrijpende onderzoeken te moeten ondergaan. Hier kan uw uroloog gebruikmaken van Prostaatwijzer 5 om het risico op de aanwezigheid van een indolente kanker te bepalen.
Transrectale echografie (TRUS)
Een echografie is een onderzoek dat met behulp van geluidsgolven afbeeldingen van uw prostaat maakt op een videoscherm. Het meet de grootte (de medische term is ‘volume’) van uw prostaat. Als uw prostaat groter is dan het gemiddelde voor uw leeftijd, kan dit wijzen op een niet-kwaadaardige aandoening genaamd ‘goedaardige vergroting van de prostaat’ (BPH). Een echografie kan ook worden uitgevoerd na de urinestroom-test om te controleren of uw blaas volledig geleegd is. De informatie zou gebruikt kunnen worden door uw arts in Prostaatwijzer 3.
Zodra deze tests zijn gedaan, zal uw uroloog beslissen of een biopsie nodig is, een onderzoek waarbij weefsel uit de prostaatklier wordt genomen en vervolgens onderzocht wordt met een microscoop.
Prostaat biopsie en het inschatten van uw risico
De Prostaatwijzers kunnen uw uroloog helpen nauwkeuriger in te schatten wat het risico is op het vinden van prostaatkanker met een biopsie. Als het risico hoog is, dan zou het verstandig kunnen zijn in te stemmen met een biopsie. Echter, als de Prostaatwijzers aangeven dat het risico op een agressieve kanker laag is, is het mogelijk veilig de biopsie uit te stellen of zelfs te vermijden, door uw PSA regelmatig te vervolgen.
Resultaten van de Europese gerandomiseerde studie naar de waarde van vroege opsporing van prostaatkanker (ERSPC) hebben al laten zien dat het gebruik van PSA om te screenen op prostaatkanker bij mannen tussen 55-70, de kans om aan de ziekte te overlijden tot 30% vermindert. Uit andere aanwijzingen van de ERSPC studie blijkt ook dat de meeste vormen van kanker bij mannen met lagere PSA-waarden geen agressieve kenmerken hebben.
De biopsie
De biopsie wordt uitgevoerd met behulp van een echografie-sonde in de endeldarm. Deze transrectale echografie wordt gebruikt door de arts om de prostaat in beeld te brengen. U kunt het onderzoek onprettig of pijnlijk vinden. U kunt vragen om een plaatselijke verdoving om het ongemak te verminderen. Acht of meer weefselmonsters worden afgenomen, afhankelijk van de grootte van uw prostaat. Na het onderzoek ziet u waarschijnlijk een kleine hoeveelheid bloed in uw urine en eventueel zelfs in uw sperma. Sommige mensen ontwikkelen een lichte koorts. In zeer zeldzame gevallen, moeten patiënten worden opgenomen in het ziekenhuis als gevolg van koorts of bloeding. Dit gebeurt bij 5 à 6 mannen op de 1.000.
Prostaat MRI als diagnostisch hulpmiddel
Naast de gouden standaard voor prostaatkanker diagnostiek, bestaande uit transrectale echografie (TRUS) en systematische prostaatbiopten, blijkt multi-parametrische MRI een veelbelovende techniek te zijn voor de detectie van prostaatkanker. De MRI kan een nauwkeuriger beeld van uw prostaat genereren en daarmee uw arts beter sturen bij het nemen van gerichte biopten van afwijkende gebieden dan de prostaatechografie. In het geval van een aanhoudende verdenking op prostaatkanker na eerdere negatieve prostaatbiopten kan uw arts beslissen een prostaat MRI bij u te verrichten. Het onderzoek zal ongeveer 30 minuten duren. De radioloog beoordeelt de MRI beelden en samen met uw uroloog zal er gekeken worden of gerichte biopten noodzakelijk zijn.
Recente studies impliceren een belangrijke rol voor de MRI wanneer deze vóór de biopten wordt toegepast. MRI-gerichte biopten blijken in vergelijking met de systematische prostaatbiopten de detectie van agressieve prostaatkanker bij mannen met eerdere negatieve biopten met een factor 1.56 te verhogen. MRI en MRI-gerichte biopten zouden theoretisch gezien dus kunnen leiden tot a) minder gebiopteerde mannen, b) een groter percentage gebiopteerde mannen met agressieve prostaatkanker, en c) minder mannen met een diagnose van prostaatkanker zonder agressieve kenmerken. Echter, blijkt dit diagnostisch MRI-traject nog zo een 13% van de agressieve prostaatkankers te missen. Daarom worden MRI en MRI-gerichte biopten vooralsnog uitgevoerd naast de gouden standaard van echografisch geleide prostaatbiopten. In de nabije toekomst zal in Nederland het TRUS-diagnostische traject vs. MRI-diagnostische traject, beide voorafgegaan door individuele risicostratificatie, nader worden onderzocht (MR PROPER studie / www.mrproper.org).